Sportclub Irene in de Media
Wedstrijd van de week / Dagblad de Limburger 28 maart 2022
Titelkandidaat Sportclub Irene wil op termijn een of twee klasses hoger spelen. Maar voorlopig moet de club oppassen dat het geen vrije val maakt op de ranglijst, want gisteren verloor het opnieuw. In Velden werd het 1-0 voor IVO.
TEGELEN – Exact negenhonderd leden, twaalf seniorenteams en ruim 35 jeugdelftallen. Sportclub Irene wedijvert qua grootte met Venlosche Boys en Wittenhorst. Verschil? In Venlo en Horst speelt het vaandelteam in de eerste klasse. Irene acteert twee niveaus lager. Daarin speelt de ploeg bovenin mee. Sterker nog, de club legde al beslag op de eerste periodetitel en met spelers zoals Casper Vermeulen, Sierd Janssen, Sam Vanmaris en Imo Selen beschikt de ploeg over veel individuele klasse. Kortom, volgens velen is Irene dé kampioenskandidaat. Maar wat zijn nu eigenlijk de ambities in Tegelen? Willen ze net als de Boys en Wittenhorst ook naar de eerste klasse? Of nemen ze genoegen met een prominente rol in de derde klasse met af en toe een uitstapje naar de tweede klasse?
„De organisatie van de club staat als een huis”, zegt Wim Daemen, lid van de technische commissie in Tegelen. We hebben de ambitie om hoger te spelen met ons eerste elftal. En ja, waarom zouden wij dan niet in de eerste klasse kunnen spelen? Maar dat doen we dan wel op onze eigen manier. We gaan geen spelers betalen. Hoe we dat wel doen? We maken het zo aantrekkelijk mogelijk om hier te voetballen.”
Irene-trainer Eric Caasenbrood wil de club nog niet vergelijken met Venlosche Boys en Wittenhorst. „Op termijn moeten we een stabiele tweedeklasser worden. Dan kunnen we ons spiegelen aan dat soort clubs. Maar de eerste klasse? Daarvoor moeten we nog een lange weg afleggen.”
Tijdens die lange weg omhoog wordt geïnvesteerd in de faciliteiten. Zo krijgt de club binnen afzienbare tijd een kunstgrasveld. „Dat was een groot gemis. We kunnen straks altijd trainen en spelen, ongeacht het weer. Dat is écht een belangrijke ontwikkeling”, vertelt Caasenbrood.
Competitie
Vier jaar geleden speelde Irene voor het laatst in de tweede klasse. Een competitie die niet tot de verbeelding spreekt, vindt Daemen. „Je speelt alleen tegen Brabantse ploegen. We gingen naar Den Bosch, Vught en Uden. Dat boeit niemand hier iets. Ook daarom is de eerste klasse aantrekkelijker, met ploegen zoals Venlosche Boys, Wittenhorst en Venray.”
Een eerste team in de eerste of tweede klasse. Het klinkt mooi, maar het is dus niet alleen maar hosanna. Wat levert het de club dan wél op? „Het is een stuk aanzien”, zegt Imo Selen (29), bezig aan zijn tiende jaar in de selectie van Irene. „Het is simpel: hoe hoger het eerste elftal speelt, des te aantrekkelijker is het om hier te blijven voetballen. Of te komen spelen. Dat geldt bijvoorbeeld voor jongens die afvallen bij VVV, die nu vaak naar Venlosche Boys trekken. Maar het verbetert ook de doorstroommogelijkheden voor de jeugd. Dus de club plukt daar écht wel de vruchten van.”
Promotie
Maar om daar te komen, moet Irene eerst kampioen worden. Of via de nacompetitie promotie afdwingen. De ploeg stond lange tijd bovenaan, maar moet inmiddels MVC’19 en VV Baarlo boven zich dulden. In de laatste zes wedstrijden haalde de club slechts vijf punten. Ook gisteren verloor de ploeg. In Velden werd het 1-0 voor IVO. Selen: „Het was heel slecht. Het overvolle programma met doordeweekse wedstrijden eist zijn tol. We hebben veel blessures en lopen achter de feiten aan.” Toch vindt Selen het een mislukt seizoen als de club niet promoveert. „Als we iedere wedstrijd ons niveau halen, worden we kampioen. Wij hebben het beste team. Al moeten we nu eigenlijk niet over een kampioenschap praten.”
Door Robert Hesen